Opkomen voor de betekenis
In je opkomen cue = aanwijzing voor het opkomen van een acteur (toon de herkomst via de etymologiebank) Opbieden = 1) Een hoger bod doen 2) Manier van verkopen 3) Opbod 4) opkomen. ontroerend = waardoor tedere gevoelens opkomen vb: het toneelstuk was erg ontroerend Synoniemen: aandoenlijk roerend.
Faden betekenis Opdagen = 1) Naderen 2) Opdoemen 3) Opdonderen 4) Opdraven 5) Opduiken 6) opkomen 7) Ten tonele komen 8) Tevoorschijn komen 9) Uitkomen 10) Verschijnen 11) Zich vertonen.
Opkomen synoniem ko·men (kwam op, is opgekomen) 1 naar boven komen: de trap opkomen 2 (van de zon) boven de horizon komen; = opgaan 3 ontkiemen: het graan komt op 4 in de geest zich vormen: is het ooit bij je opgekomen, dat ? heb je daar ooit aan gedacht?; allerlei gedachten komen in mijn hoofd op 5 (theater) ten tonele komen 6 (+ voor) pleiten voor.
Ergens op komen kwam op voor ( enkelv.) Vervoegingen: is opgekomen voor () (iemand of iets) verdedigen of beschermen. Voorbeeld: `opkomen voor de belangen van het ongeboren kind`. © Kernerman Dictionaries. Deze woorden beginnen met opkomen voor: • opkomen voor belangen • opkomen voor zichzelf.
Betekenis schenden
Vervoegingen: is opgekomen () 1) op het toneel verschijnen theater. de zon komt op. (de zon komt boven de horizon) 2) (van planten) boven de grond komen uit ontkiemend zaad landbouw. Voorbeeld: `De radijsjes komen slecht op.`. © Kernerman Dictionaries.Opkomen voor jezelf
1. zich naar boven bewegen (gezien van het hogere punt uit), opwaarts komen: water dat uit de grond opkomt; het toneel opkomen; (van zeewater) rijzen, m.n. bij vloed: de vloed komt op; (van geluiden) een droog gekuch kwam uit zijn keel op; opzetten, zwellen: het deeg komt goed op; 2. oprijzen en te voorschijn ko Lees verder.Jullie kant opkomen Wat betekent opkomen voor? 1. zich naar boven bewegen (gezien van het hogere punt uit), opwaarts komen: water dat uit de grond opkomt; het toneel opkomen; (van zeewater) rijzen, m.n. bij vloed: de vloed komt op; (van geluiden) een droog gekuch kwam uit zijn keel op; opzetten, zwellen: het deeg komt goed op; 2.