Verleden tijd duitse oefeningen

Naamvallen duits oefenen havo 3

Een goede beheersing van de tegenwoordige tijd, maakt het vervolgens vrij eenvoudig mogelijk de uitbreiding te zoeken naar de verleden tijd, voltooid verleden tijd en voltooide tijd. Voor dat laatste is ook een goede bekendheid met de vervoeging van de werkwoorden “haben” en “sein” nodig.

Regelmatige werkwoorden duits oefenen

Gratis online technieken om de Duitse taal te leren en te oefenen; online oefeningen en lijsten voor alle belangrijke grammaticale onderdelen; online coach voor woordenschat, vervoegingen en om vertrouwd te raken met de onderwerpen; alle oefeningen en voorbeelden zijn geschreven door Duitstaligen.

Naamvallen duits oefenen pdf Duitse grammatica: tegenwoordige of verleden tijd. Online oefening en werkblad als pdf te downloaden. Vindt de actie plaats in het heden of verleden?.

Sterke werkwoorden duits oefenen haben – verleden tijd – combineren (tegenwoordige en verleden tijd combineren. bijv. ich habe- ich hatte) haben + sein – verleden tijd – vertalen. haben / sein / werden / wissen / mögen / dürfen / müssen / können verleden tijd – passende bedenken en invullen. Regelmatige werkwoorden.

Zwakke werkwoorden duits oefenen 1 Früher (reden) Klaus viel über seine Familie, aber jetzt nicht mehr. 2 Als ich klein war, (sammeln) ich gerne Briefmarken aus fernen Ländern. 3 Ich weiß noch, dass Silke ständig mit ihrer Klassenkameradin (plaudern). 4 Mein Großvater (spazieren) jeden Tag im Park. 5 Sie (üben) jeden Tag.

Onregelmatige werkwoorden duits oefenen

Gemengde oefening ww. Konjunktiv 1 oefenen. Konjunktiv 2 oefeningen. Passivsätze / lijdende zinnen. Overzicht oefeningen Duitse grammatica. uitleg Duitse werkwoorden. De beste Duitse grammaticaboeken! Werkwoorden zijn cruciaal bij de beheersing van een taal. Zonder werkwoord kun je immers geen enkele zin formuleren.

Duits oefenen online Voltooid verleden tijd (Plusquamperfekt) Leer de vorming van de onvoltooid verleden tijd online. Oefening 1. Oefening 2 PREMIUM. vraag 1: Er sehr lange, bevor er so gut Fußball spielen konnte. 1 hatte geübt. 2 hätte geübt.

Duits oefenen gratis Gebruik de volgende websites om de werkwoorden in de verleden tijd te oefenen. Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Klaar? Lukt het met de werkwoorden in verleden tijd? Vraag je leerkracht wat je verder nog kan doen.